Jordan Peterson heeft ons land verlaten, maar de discussie over zijn gedachtegoed duren voort. Er is veel aandacht hoe hij over feminisme en levenslessen denkt. Belangrijker is zijn visie op onze maatschappij en de waarschuwende vinger die hij opsteekt.
Peterson is een Canadese klinische psycholoog, cultuurcriticus en hoogleraar psychologie aan de University of Toronto. Hij is extreem succesvol spreker en auteur, frontrunner in de kritiek op ‘cultuurmarxisme’. Cultuurmarxisme is het streven naar een gelijkgetrokken, geproletariseerde cultuur. Het had hoogtijdagen midden twintigste eeuw in communistische landen, maar had ook invloed in het Westen. Cultuurmarxisme leeft in Westerse samenlevingen door als gedachtegoed waarin er maar twee groepen zijn: ‘onderdrukten en ‘onderdrukkers’, een zwart-wit benadering van ongelijkheid. Het maakt die tegenstelling cruciaal, zoals marxisme de tegenstelling ‘proletariaat versus burgerij’ benadrukt. Er zijn activisten die mensen schuld bijbrengen, zoals communisten klassenbewustzijn doceren. ‘Onderdrukten’ moeten mobiliseren. Velen weten niet dat ze onderdrukt worden en hebben de illusie van zelfredzaamheid. De ‘onderdrukkers’ moeten hun schuld inzien en berouw tonen. Als blanke ben je onderdeel van een systeem van onderdrukking, , ook als je denkt dat je niet racistisch bent. Je draagt ‘white privilege’ onbewust in je en het zal herkenbaar zijn. Je bent als blanke erfgenaam van een collectieve historische schuld. Individuen met rijk samengestelde identiteiten worden gereduceerd tot hun etniciteit, waardoor huidskleur gepolitiseerd wordt en groepen tegen elkaar worden opgezet.
In de jaren zestig en zeventig was er aan Nederlandse universiteiten groot enthousiasme voor de Culturele Revolutie en het gelijkheidsdenken. Het vormde het startpunt van het paranoïde denken in zwart-wit, vererfde collectieve schuld. Peterson zette een internetuniversiteit op en werpt een dam op tegen de cultuurmarxistische indoctrinatie. Hij zegt ondermeer dat toen duidelijk werd dat het communisme dermate over de schreef was gegaan tijdens Stalin en erfopvolgers, het zelfs voor fervente marxisten niet meer mogelijk was om achter het marxisme-leninisme te blijven staan, zoals Paul Scheffer, Meindert Fennema, Jean Paul Sartre, Harry Mulisch. Hoewel men afscheid nam van de rabiate vorm van de marxistische leer ging men in het Westen door met het cultureel communisme. Peterson treft wijst op de huidige decadentie en normloosheid. Het christendom is zo goed als verdwenen, burgers zweven in geestelijke armoede en onbehagen. Velen weten niet meer wat goed en kwaad is, corruptie alom. In die leemte kon cultuurmarxisme opkomen met bijbehorend gelijkheidsideaal en ook nu nog welig tierend diversiteitsdenken. Onlangs liet Tweede Kamerlid voor D66 mevrouw De Boer weten dat op de ministeries te veel blanken werkzaam zijn en pleitte zij ervoor hun aantal via het personeelsbeleid terug te dringen. Niet prestaties en talent maar huidskleur zijn voor haar van primair belang. Dit ontlokte bij Martin Bosma van PVV dat hier sprake is van racisme.
Peterson benadrukt dat het niet gaat om het gelijkheidsideaal, maar om ieder gelijke kansen en gelijke behandeling te geven. Hij meent dat cultuurmarxisten c.q. postmodernisten het masker van compassie dragen, maar in feite draait het om macht. Deze ‘deconstructie en vernietiging van de westerse beschaving’ domineert nu de sociale wetenschappen en instellingen. De briefschrijvers van de UvA, tegenstanders van vrije meningsuiting, vormen hiervan een saillant voorbeeld. En we financieren ze. Aangezien bij postmodernisten alles om machtsverhoudingen draait zijn ze volgens Peterson gevaarlijk. Er is geen dialoog, geen discussie, geen logica, geen onderhandeling en geen consensus. Maar Peterson meent dat nu zaken niet meer ‘fact free’ en met stelligheid vrijblijvend beweerd kunnen worden. Ze kunnen thans wetenschappelijk getoetst worden.
Gelijkheidsdenken, wat is daar op tegen? Het lijkt mooi maar is het niet. Het werkt discriminatie en chaos in de hand. Egalitarisme is dwaas. Waarom zou je nog ambitieus zijn als wij allen gelijk zijn? Het doodt iedere motivatie en werkt corruptie in de hand. We zijn niet gelijk. Culturen zijn niet gelijk. We moeten weten wie goed is en wie beter is. Het waardesysteem van waaruit postmodernisten denken verklaart tevens waarom het zo moeilijk is hen te 'verslaan' met rationele argumenten. Die willen ze helemaal niet horen. De waarheid is niet belangrijk: gelijkheid en macht zijn belangrijk. Daar moet volgens Peterson alles voor wijken. Hij meent dat van een systeem dat doordrongen is van kapitalistische decadentie geen kracht uitgaat. Het is te weinig om cultuurmarxisten van repliek te dienen. We dreigen volgens hem een samenleving te krijgen met cultuurmarxisme en islam als sterke waardesystemen. De rest delft het onderspit. Wij menen dat onze samenleving dit allemaal aan kan, terwijl we in werkelijkheid veel kwetsbaarder zijn dan we denken. Deze constatering, hebben we dat niet eerder gehoord van een hoogleraar die bij ons vermoord is?