Het gaat spectaculair goed! De economische groei trekt aan, evenals de wereldhandel en bedrijfsinvesteringen. De werkloosheid loopt terug. Het producentenvertrouwen staat op een all time high van 10,3. Economen noemen dit een ‘Goldilocks scenario’. Daarmee bedoelen ze: ‘het kan niet beter’. We leven in – wat ik noem – de Derde Hosanna periode na WO2. Maar nu corrigeren beurzen scherp de overwaardering. Een terugblik om het in perspectief te plaatsen. De Eerste Hosanna periode was na de val van de Berlijnse Muur in 1989. We dachten toen allemaal dat de bomen tot in de lucht zouden groeien. De Amsterdamse beurs bulderde in 2000 naar een all time high van boven 700. We ontwaakten uit die droom met de IT crisis in 2001. Een Tweede Hosanna periode brak aan maar vond een einde in de Kredietcrisis in 2007/2008. Sindsdien is de goede economische ontwikkeling prima geweest met een overmatig sterke beurs. De Derde Hosanna periode is alweer tien jaar gaande. Maar Johan Cruijff zei het al: “er moet iets gebeuren voordat iets gebeurt.” Een beursdip komt niet uit de lucht vallen. Er moet een dwingende aanleiding zijn die er voor zorgt dat het vertrouwen in de beurs een optater krijgt. Die aanleiding doet zich nu voor in een wijzing in het rente- en inflatiebeeld. Sinds het einde van de jaren tachtig van de vorige eeuw is de rente in een lange glijvlucht gedaald naar nul procent of zelfs negatief. Dat is historisch nog nooit vertoond. De huidige extreem lage rente schaadt spaarders en drijft ze naar het beleggen in obligaties en aandelen. De lage rente is niet goed is voor de dekkingsgraad van pensioenfondsen waardoor het korten van pensioen kan dreigen. Klaas Knot, algemeen directeur van De Nederlandsche Bank, wil van die extreem lage rente af en wenst dat de Europese Centrale Bank het opkoopprogramma van euro obligaties snel beëindigt. Het programma heeft gewerkt, de economische groei is op gang gekomen en er is geen deflatierisico meer. Integendeel, er is nu inflatie angst door loonstijgingen in de VS. Door het stoppen van dat opkoopprogramma zal de rente loskomen van het huidige kunstmatige en ongezond lage niveau. Maar centrale banken moeten voorzichtig met rentestijging omgaan want het schaadt het leenvermogen van bedrijven en particulieren. Bovendien schaadt rentestijging de koers van bestaande obligaties. Centrale banken staan voor een dilemma: rentestijging moet, maar wel geleidelijk om beurs, bedrijfsleven en vermogens van pensioenen en particulieren niet ernstig te schaden. Na de IT beurscrises van 2001 en de Kredietcrisis hebben pensioenfondsen, met een vermogen van 1,4 triljoen euro, geleerd te blijven zitten als het tegenzit op de beurs. Van hen is niet te verwachten dat ze dan tot forse verkoop over zullen gaan. De particuliere sector maakt wel van de draaideur gebruik om uit de beurs te stappen. In de beleggingswereld geldt de leuze: ‘wie achter de kudde aanloopt, loopt door de stront’. Dat betekent dat achterblijvers de grootste schade oplopen. Dat zijn traditioneel particulieren. We hebben tien prachtige beleggingsjaren achter de rug. Hoe sterk de beurscorrectie zal zijn weet niemand. Maar als de rente de opmars richting het lange termijn niveau van 4% doorzet, dan lijken de Hosanna jaren voorlopig voorbij.