De discussie over IQ, ras en racisme is weer terug van weggeweest. FvD kandidaat voor de Amsterdamse gemeenteraad Ramautarsing, nota bene zelf zwart, zegt dat er een verband is tussen IQ en volkeren en dat dit wetenschappelijk bewezen is. Inmiddels heeft er een hanengevecht tussen verschillende partijen in De Balie plaatsgevonden die de naam dialoog niet verdient.
Intelligentie
Socrates zei dat onwetendheid de bron is van alle kwaad. Verstandig is om de twee centrale begrippen waar het hier om draait eerst te definiëren alvorens te discussiëren: intelligentie en racisme. Onder IQ wordt in het dagelijkse gebruik verstaan het meetbaar vermogen om te leren, het snapvermogen. Maar intelligentie omvat niet alleen snappen, maar wellicht ook creativiteit, innovativiteit, nieuwsgierigheid en vasthoudendheid ‘iets’ te willen weten. Onder intelligentiemeting verstaat men het meten en vaststellen van de intelligentie van een persoon of van groepen. Dit gebeurt met psychodiagnostische tests. Dat is geen eenvoudige zaak omdat intelligentie vele facetten kent en niet eenvoudig te definiëren en te meten is. Het begrip intelligentie is zo veelomvattend dat geen enkele test alle facetten van intelligentie betrouwbaar kan vaststellen.
Racisme
Dan nu wat onder racisme kan worden verstaan. De Amerikaanse emeritus hoogleraar antropologe Audrey Smedley, schrijft in ‘Race in North America, Origin and Evolution of a Worldview’, dat racisme iedere handeling of overtuiging is die een afspiegeling is van de ideologie dat mensen indeelt in speciale biologische categorieën die ‘rassen’ worden genoemd, waarbij de gedachte bovendien is dat er een oorzakelijk verband is tussen erfelijke fysieke eigenschappen enerzijds en persoonlijkheid, intelligentie, moraliteit en culturele en gedragskenmerken anderzijds en dat sommige rassen van nature superieur zijn aan andere. In algemene zin betekent racisme dat leden van een bepaald ras zich inherent superieur achten aan leden van een ander ras. Racisme wordt vaak verward met xenofobie. Volgens het ‘Internationaal Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van rassendiscriminatie’ betekent raciale discriminatie "elke vorm van onderscheid, uitsluiting, beperking of voorkeur op grond van ras, huidskleur, afkomst of nationale of etnische afstamming die ten doel heeft de erkenning, het genot of de uitoefening, op voet van gelijkheid, van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden op politiek, economisch, sociaal of cultureel gebied, of op andere terreinen van het openbare leven, teniet te doen of aan te tasten”. Racisme betreft dus niet alleen denken in superioriteit, maar vooral ook het ernaar handelen. Het begrip "menselijk ras" is sinds nazi-Duitsland beladen. Een probleem met de indeling van bevolkingsgroepen in rassen is de onnauwkeurigheid ervan en leidt tot discussie of er sprake is van rassen. Van sommige bevolkingsgroepen is de afkomst onduidelijk en groepen hebben zich vermengd. De grenzen tussen rassen liggen soms anders als naar andere dan uiterlijke eigenschappen gekeken wordt. De Nederlandse grondwet gebruikt het woord "ras" als een oneigenlijke grond voor discriminatie.
Nature and nurture
In de VS worden intelligentieverschillen onderzocht. Een onafhankelijke partij als het Amerikaanse leger die IQ tests laat afnemen onder militairen over een heel lange termijn en constateert dat Aziaten een hogere IQ hebben dan blanken en zwarten, maar blanken zouden een lager IQ hebben dan gekleurden. Joden zouden het hoogste IQ hebben, ze grossieren in Nobel prijzen. Deze onderzoeken worden door tegenstanders uiteraard afgedaan als ‘vertekend’, onjuist of onderhevig aan externe omstandigheden etc. Kan het IQ verschil verklaard worden door de genen of zijn het de externe omstandigheden. Een lange rij studies naar tweelingen die na geboorte werden gescheiden zouden er op duiden dat genen voor tenminste 50% het verschil verklaren. Andere studies (bijv. Colorado Adoption Project, volgend 245 adoptie kinderen) tonen aan dat externe omstandigheden geen enkele verklarende factor behelzen. Alles zou genen zijn. Dit refereert aan het eeuwige debat over ‘nature and nurture”.
Apen
Er is een andere invalshoek mogelijk. De bekende bioloog, psycholoog en gedragskundige van dieren Frans de Waal onderzoekt het gedrag en intelligentie diverse dieren. In zijn boek ‘Zijn we slim genoeg om te weten hoe slim dieren zijn’ gaat hij in op verschillen in slimheid tussen verschillende apen en apenrassen. Die zijn er in opvallende mate. Hij noemt het verschil tussen apen en mensen slechts ‘gradueel’ en ‘mensen zijn gemodificeerde apen’. Als de mens zo nauw verwant is aan apen, zoals Charles Darwin al constateerde, dan lijkt het niet meer dan logisch dat er ook intelligentieverschillen zijn tussen mensen en groepen mensen. Waarom ontkennen? Apen zijn niet gelijk. Mensen zijn niet gelijk, maar in principe wel gelijkwaardig. Het profiel van apen wordt niet alleen door intelligentie bepaald, maar door een veelheid van eigenschappen. Zo ook bij mensen. Witte mensen mogen menen creatief en intelligent te zijn, de keerzijde is dat dit ten koste gaat van onze planeet. Witte mensen mogen niet menen superieur te zijn, daarin schuilt racisme. Verschillende volkeren hebben verschillende sterke en zwakke punten. We moeten daarvoor respect hebben en er gebruik van maken, zie het positief, ‘it makes the world go round’. Mensen en groepen mensen hebben intelligentieverschil, bruikbaar voor verschillende functies in de maatschappij. We noemen dat 'horses for courses'. Geen enkele functie is in principe minder dan de andere. Ga dus respectvol om met bestaande verschillen.
Wij allen zijn niet gelijk, maar allen zijn in principe gelijkwaardig. We dienen zo veel als mogelijk is te zorgen voor gelijke kansen en gelijkberechtiging. Niet de uitkomst moet gelijk zijn, maar het uitgangspunt. Bij het vervullen van maatschappelijke functies dient kleur of geslacht geen rol te spelen. Het ontkennen van verschillen is een bron van discriminatie. Het streven naar gedwongen 'inclusiviteit' en quota voor ‘diversificatie’ leidt tot discriminatie van degenen die op basis van prestaties en kwaliteit een functie niet krijgen omdat iemand anders, enkel op basis van zijn of haar kleur of geslacht, een functie wel krijgt, maar in feite minder gekwalificeerd is. Dit zijn praktijken waar we ons verre van moeten houden: “zie geen kleur, noem geen kleur” en “zie geen geslacht, noem geen geslacht”.