- Vermogensbeheerders en pensioenfondsen worden steeds groter en invloedrijker. We staan stil bij de toenemende maatschappelijke betekenis van deze instellingen.
- In hoeverre is het de taak van institutioneel vermogen om er voor te zorgen dat bedrijfsinvesteringen en beleid duurzaam zijn?
- Moet Nederlands institutioneel vermogen ingezet worden om te voorkomen dat Nederlandse beursgenoteerde bedrijven in ongewenste handen overgaan?
Schaalgrootte
Vermogensbeheerders zijn verzamelplaatsen van kennis, data, informatisering, visie, inzicht, operational excellence, ondernemerschap ten behoeve van personen en instellingen die hun vermogen op basis van vertrouwen in beheer geven. Het zijn bedrijven met een belangrijke zorgplicht. De voortgaande globalisering van de markten gaat mede gepaard met een consolidatie binnen deze sector. Om internationaal een rol van betekenis te kunnen spelen is schaalgrootte belangrijk. Door consolidatie en door steeds grotere vermogens in beheer zijn vermogensbeheerders steeds omvangrijker en invloedrijker geworden in financieel opzicht, maar daarmee ook in maatschappelijk opzicht. Vermogensbeheerders als bijvoorbeeld State Street Global Advisors en BlackRock hebben respectievelijk 2,6 triljoen en 5 triljoen dollar totaal vermogen onder beheer. Dat zijn vermogens waar ook politici rekening mee moeten houden.
Grote vermogensbeheerders hebben een ‘systeemkritisch belang’ volgens Amerikaanse regelgevers
Amerikaanse regelgevers hebben overwogen mondiale beheerders aan te wijzen als een ‘systeemkritisch belang’. Deze kwalificatie betekent dat ze onderworpen worden aan meer en strengere eisen. Een ecosysteem dat wordt gedomineerd door enkelen zou volgens Amerikaanse autoriteiten niet gezond zijn, niet in de politiek, niet in de natuur, maar ook niet op financiële markten. Als iedereen volgens vergelijkbare risicobeheersystemen op hetzelfde moment hetzelfde wil kopen of verkopen, zou het volgens regelgevers niet uitgesloten dat door groepsdenken systeemrisico’s optreden en procycliciteit in koersvorming. In moeilijke beurstijden zou de neerwaartse koersbeweging sterker worden. De veronderstelling is dat het gevaar zou opleveren voor beleggers. Hoe meer belegd is bij grote beheerders, hoe meer deze beheerders koersbewegingen kunnen bepalen en hoe groter de afhankelijkheid wordt van hun beleggingsvisie. Het bewijs van deze stelling van de Amerikaanse toezichthouder is echter (nog?) niet geleverd.
Stewardship
Een vrije nieuwe ontwikkeling is dat vermogensbeheerders zich actief opstellen voor duurzaam ondernemen in een zogenaamd Stewardship programma. Dit zijn activiteiten van een vermogensbeheerder die er gericht zijn te kunnen garanderen dat bedrijven waarin belegd wordt, maatschappelijk verantwoord geleid worden. Voorheen waren vermogensbeheerders voornamelijk reactief, dat wil zeggen dat men niet actief op zoek ging naar de impact van het beleid. Grote vermogensbeheerders realiseren zich nu dat ze een bijzondere plaats innemen en dat betekent actief opstellen voor ESG doeleinden. De doelstelling is actief ‘impact’ te genereren binnen eigen randvoorwaarden en het Stewardship programma in lijn brengen met de lange termijn beleggingsstrategieën van relaties. Vermogensbeheerders met vele miljarden dollars activa in beheer betekent dat ze mondiaal een omvangrijke ‘footprint’ hebben, wat verantwoordelijkheid met zich meebrengt. Mocht het management van een bedrijf hun visie op onterechte gronden afwijzen, dan zullen beheerders een tegenstem ter vergadering laten horen. Duidelijk is dat ieder management goed zal luisteren, aangezien beheerders een omvangrijk deel van de aandelen in handen hebben. Beheerders wensen dat het bedrijf een goede governance bezit, wat tot uitdrukking komt in een sterk, onafhankelijk denkend, gediversifieerd en effectief bestuur dat zich actief opstelt om een duurzaam en verantwoord beleid te incorporeren in een langetermijnstrategie. Men is zich er ook van bewust dat de belangen van minderheidsaandeelhouders behartigd moeten worden. Juist door bundeling van hun beleggingen binnen de portefeuilles kan men invloed laten gelden. Vermogensbeheerders hebben hier een duidelijk maatschappelijke rol gekregen.
Pensioenfondsen als hoeders van het nationaal tafelzilver?
11 van de 25 grootste bedrijven in de Amsterdamse beursindex zijn aan te merken als aantrekkelijke overnamekandidaten. Ons nationaal tafelzilver staat op de tocht. Er zijn genoeg hedgefunds en multinationals die daar met een begerige blijk naar kijken. Jeroen van der Veer, voormalig CEO van Shell en thans commissaris bij dit bedrijf, noemt dit de donkere zijde van het kapitalisme. Globalisering zou volgens hem niet moeten betekenen dat grote bedrijven in de uitverkoop gaan. Hij is zich er wel van bewust dat strenge bescherming van bedrijven ook een keerzijde heeft. Als Nederlanders in het buitenland een bedrijf overnemen staat men te juichen, maar omgekeerd wil men dit blokkeren. Dat is met twee maten meten. Beursgenoteerde bedrijven stellen zich open voor anderen die via een bod op de aandelen de onderneming willen verwerven. Dat zit ingebakken in ons kapitalistisch systeem. Men kan dan niet reageren alsof dit een onoorbaar voorstel is.
In hoeverre mag en kan Nederlands institutioneel vermogen ingezet worden om te voorkomen dat Nederlandse beursgenoteerde bedrijven in ongewenste handen overgaan? Er wordt dan al gauw gekeken naar het riante Nederlandse institutionele vermogen van ruim 2,4 triljoen euro, waarvan royaal meer dan de helft bij pensioenfondsen. Dat zou meer dan voldoende kunnen zijn om onze kroonjuwelen financieel te beschermen, zo wordt gesteld. Toch wordt niet meer dan 2 procent van de totale portefeuille beursgenoteerde aandelen en 0,7 procent van de totale activa van de Nederlandse pensioenfondsen in Nederlandse beursgenoteerde bedrijven geïnvesteerd. Zien Nederlandse pensioenfondsen de Nederlandse beursgenoteerde bedrijven – die nota bene voorop lopen qua duurzaamheid en governance – niet zitten? Hoewel beleggingsdwang uit den boze is, is de vraag of en hoe Nederlands institutioneel vermogen het Nederlandse bedrijfsleven van grotere steun kan zijn om uitverkoop van bedrijven te vermijden. Dient dit omvangrijke vermogen een maatschappelijk doel en mag en kan daarop gestuurd worden?
Institutionele vermogens
- De rol die institutionele beheerders spelen is in dertig jaar sterk gewijzigd. Hun activiteiten worden publiekelijk tegen het licht gehouden om te bezien of voldaan wordt aan hetgeen maatschappelijk aanvaardbaar is. De transparantie is toegenomen.
- Partijen worden verantwoordelijk gehouden voor hun daden en lopen groter risico ter verantwoording te worden groepen, eventueel gevolgd door ‘naming & shaming’ in media of door rechtsgang indien ongewenste zaken zich voordoen. De eis tot ‘accountability’ is toegenomen.
- Suggestie: een discussie wijden aan waar de maatschappelijke verantwoordelijkheden van deze institutionele instellingen beginnen en waar ze ophouden.
Wereld op een keerpunt
Institutionele vermogens nemen een hoge vlucht, vooral in Azië. Het past in het Goldilocks scenario: het gaat goed met wereldhandel, economische groei, bedrijfsinvesteringen, consumptie en werkgelegenheid. Zijn we er door verblind? Door AI, robotica, milieuvervuiling, conflicten, maatschappelijke verbrokkeling, en verschuivende loyaliteiten hebben we een gevoel van onbehagen. ‘Waar gaat het heen met deze wereld’? In mijn nieuwe boek Wereld op een keerpunt ga ik hierop in, ondersteund door specialisten. Het boek kent een tiental disruptieve thema’s: globalisering, informatie technologie, Europese integratie, Azië, Samenleving, Waardesystemen, Immigratie, Rechtsstaat, Climate Change en Wereldbevolking. Het voorziet in beleidssuggesties. Op Managementboek.nl recenseert dr Louis Thörig. Het boek is uitgegeven bij Aspekt en is via info@dutchinvestor.com te bestellen.