We constateren dat mensen en groepen buitenspel staan binnen de Nederlandse samenleving. Ze zijn goed gekwalificeerd, maar ze komen onterecht niet aan de begeerde baan of functie. Dat is niet goed en daarom is de gedachte om in het bedrijf of de instelling ‘een afspiegeling van de maatschappij’ te creëren door meer diversiteit te introduceren. Het bevorderen van de integratie vanuit de sociale identiteit van bepaalde groepen wordt identiteitspolitiek genoemd. Het is een belangrijke trend met repercussies voor de arbeidsmarkt.
In Nederland raakte identiteitspolitiek als begrip begin deze eeuw ingeburgerd, maar het gaat terug naar eind 19e eeuw toen gereformeerden, katholieken, arbeiderspartijen en maatschappelijke organisaties zich verzamelden in specifieke groepen, leidend tot verzuiling.
De huidige identiteitspolitiek is anders. Het bestaat uit twee delen. In de eerste plaats wordt de bevolking ingedeeld op grond van etniciteit, afkomst, religie en andere kenmerken. Vervolgens wordt op basis van die indeling gemeend dat groepen structureel worden achtergesteld en gediscrimineerd. Om dit te corrigeren zou het gerechtvaardigd zijn mensen niet enkel op individuele kwaliteit te selecteren, maar vooral op geslacht, afkomst, huidskleur, sexuele kenmerken, etniciteit of religie. Men lijkt zich dan echter niet te realiseren dat dit eveneens discriminatoir is, zowel voor degene die op die basis voor een functie geselecteerd wordt, als voor degene die er daardoor een functie niet krijgt. Het gaat hier immers niet primair om de talenten van het individu, maar om selectie op basis van kenmerken waar hij of zij niets aan kan doen. De Amerikaanse hoogleraar antropologe Audrey Smedley duidt racisme aan als iedere handeling of overtuiging die een afspiegeling is van de ideologie dat mensen indeelt in speciale biologische categorieën. Daarop selecteren zou dus zelfs racistisch kunnen zijn.
Mensen verschillen qua kenmerken oneindig van elkaar en er zijn allerlei gradaties die een indeling kwestieus maken. De vraag is waarom identiteitspolitiek enkel de focus legt op etniciteit, kleur, geslacht, seksuele voorkeur, afkomst en religie. Het is immers slechts een hele beperkte afspiegeling van de maatschappij. Waarom worden alle andere verschillen gemarginaliseerd? Het antwoord luidt dat men op uiterlijkheden selecteert die passen binnen de bepaalde zienswijze.
Een bijkomend effect is het volgende. Binnen onze economie neemt de vrije marktwerking van vraag en aanbod van arbeid en kapitaal een centrale plaats in. Er heerst grote schaarste op de arbeidsmarkt. Als een uitstekend gekwalificeerde kandidaat toch niet uitverkoren wordt, dan speelt kennelijk iets anders. Het heeft met algemene beeldvorming te maken. Ieder maakt zich een beeld van een groep, een stad of een land waartoe een individu behoort. Dat beeld behoort tot zijn of haar identiteit en het kan gunstig, ongunstig of alles daartussenin zijn. Dat algemene beeld speelt belangrijk mee bij de beoordeling van een individu. Beeldbepalend zijn eigen ervaringen, maar ook gebeurtenissen daarbuiten. Als de beeldvorming onjuist is, dan moet dat gecorrigeerd worden. Dat los je met identiteitspolitiek niet op. Integendeel, als je subjecten niet langer selecteert op basis van hun toegevoegde waarde, maar vooral op andere kenmerken, dan frustreert dat het arbeidsmarktmechanisme, leidend tot een suboptimaal resultaat. Er zal dus op den duur economisch verval en verarming optreden. Dat is de ongewenste en onbedoelde prijs die je ervoor betaalt.
Het gaat niet om gelijke uitkomsten, maar om rechtsgelijkheid, gelijkwaardigheid en gelijke kansen. Als de uitkomst gelijk moet zijn, dan dreigt geweld. We kennen daarvan de voorbeelden uit een niet zo grijs verleden.
Het is alarmerend dat deze trend thans stevig heeft postgevat in ons land. Mensen moeten op hun individuele talenten, kwaliteiten en gedrag beoordeeld worden, niet op biologische kenmerken en uiterlijkheden behorend tot een bepaalde collectiviteit. We zouden niet generaliseren, toch? Want dan laat je de parallelle samenleving juist in tact, in plaats van die af te bouwen. Het denken en handelen naar identitaire groepen ondermijnt ons maatschappelijk bestel. Laten we ermee ophouden. We moeten mensen bij de maatschappij betrekken via het traject van opleiding, begeleiding, motivatie, gedrag en een verbetering van de beeldvorming. Dáár moeten we aan werken.